De vleermuizen van Kasteel Amerongen

Sinds 1952 worden de vleermuizen in de kelder van Kasteel Amerongen elk jaar geïnspecteerd door de vleermuizenwerkgroep. In februari 2023 was het zover. De vleermuizen waren nog in winterslaap en lieten zich zo makkelijker inspecteren.

Onderaards gewelf

Bij de herbouw van Kasteel Amerongen, dat in 1673 door de Fransen in brand was gestoken, liet Margaretha Turnor, toenmalige vrouwe van het kasteel, een onderaards gewelf onder de voorburcht aanleggen voor de opslag. Dit gewelf is vandaag de dag nog steeds redelijk intact en wordt gebruikt door vleermuizen.

Het gewelf is donker en vochtig. De temperatuur is laag maar vorstvrij. De perfecte verblijfplaats voor vleermuizen tijdens de winter. Diep weggekropen in holletjes en diepe spleten van de muren brengen ze hier hun winterslaap door. Een klein aantal hangt vrij aan de wand. Met de klauwtjes van de achterpoten vastgenageld aan de bakstenen, het kopje omlaag en de vleugels tegen het lichaam gevouwen.

Getelde vleermuizen vanaf 1952

Overzicht van getelde vleermuizen sinds 1952 bij Kasteel Amerongen in de kelder

Waargenomen vleermuizen 2023

  • Baardvleermuis / Brandts vleermuis: 12
  • Franjestaart: 54
  • Gewone grootoorvleermuis: 2
  • vleermuis (onbekend): 1
  • Watervleermuis: 15

Totaal: 84

De meest voorkomende vleermuis is de Franjestaart. Hoewel deze soort in de winter in de kelder verblijft, is het bij uitstek een boombewoner buiten de winter om. Dat geldt ook voor de Baardvleermuis. De watervleermuizen zitten het liefst in de bomen, maar zijn het hele jaar door ook in de kelder te vinden. Dit komt vooral doordat de schoorsteen een kraamplek is waar de vrouwtjes in het voorjaar bijeenkomen om de zwangerschap te voltooien en hun jongen op te laten groeien.

Voorjaar

In april verlaten de vleermuizen het onderaardse gewelf en zoeken een warmere verblijfplaats op, vooral in holle bomen. Tegen schemer worden in het voorjaar regelmatig vleermuizen waargenomen rond het kasteel. De wijfjes nemen afscheid van de mannetjes en gaan dan in groepjes bijeen hangen. In deze zogeheten kraamkolonies worden de jongen geboren.

Met dank aan de vleermuizenwerkgroep en ecoloog Dhr. A. A. Mabelis.